how's it going?
hoe gaat het?
how are you doing?
hoe gaat het?
how's life?
hoe gaat het?
how are things?
hoe staat het ermee?
I'm fine, thanks
Ik ben ok, bedankt
I'm OK, thanks
Het gaat goed, dank je
not too bad, thanks
niet slecht bedankt
alright, thanks
oke bedankt
what are you up to?
wat ben je van plan?
what have you been up to?
wat heb je gedaan?
working a lot
veel werken
studying a lot
veel studeren
I've been very busy
ik heb het erg druk gehad
same as usual
zoals gebruikelijk
I've just come back from …
Ik ben net terug van…
I've just come back from Portugal
Ik ben net terug uit Portugal
where are you?
waar ben je?
I'm at work
Ik ben op het werk
I'm in town
ik ben in de stad
I'm in the countryside
Ik ben op het platteland
I'm at the shops
Ik ben in de winkels
I'm on a train
ik zit in de trein
I'm at Peter's
Ik ben bij Peter's
do you have any plans for the summer?
heb je plannen voor de zomer?
what are you doing for …?
waar doe je het voor...?
what are you doing for Christmas?
wat doe jij met kerst?
what are you doing for New Year?
wat doe je voor nieuwjaar?
what are you doing for Easter?
wat doe jij met Pasen?
NEDERLANDS ▼